Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], En [62]hij zeide: Stoot ze van boven neder. En [63]zij stieten haar van boven neder, zodat van haar bloed aan den wand en aan de paarden gesprengd werd; en [64]hij vertrad haar. 62. Namelijk, Jehu. 63. Te weten, de kamerlingen. 64. Namelijk, Jehu.